Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En ik, broeders, als ik tot u ben gekomen, ben niet gekomen met [1]uitnemendheid van woorden, of van wijsheid, u verkondigende [2]de getuigenis van God. 1. Gr. uitnemendheid van woord; of rede; dat is, een opgepronkte manier van spreken, door welke ik boven anderen wijs zocht te schijnen, of uit te munten; of, om u te overreden. Zie hfdst.4 vs.19. 2. Dat is, het Evangelie, hetwelk ons van God is geopenbaard, en getuigt van den wil Gods tot onze zaligheid; hfdst.1 vs.6.